vrijdag 20 november 2009

Waarom en hoe doen we het?

AFRIKA
UN Mission in Sudan (UNMIS)
Rechtsgrond en mandaat. De juridische basis van UNMIS is VN Veiligheidsraadresolutie 1590 van 24 maart 2005 en de verlenging van het mandaat tot 30 april 2009 volgens Resolutie 1812 van 30 april 2008. UNMIS ziet toe op de uitvoering van de Comprehensive Peace Agreement (CPA). De CPA is en blijft de ruggengraat van de vrede in Soedan. Sinds de onafhankelijkheid van Soedan op 19 december 1955 is in dit land sprake van een slepend conflict tussen het islamitische Noorden, grotendeels beheerst door de (islamitische) Soedanese overheid en het deels christelijke, deels animistische Zuiden waarin met name de (rebellen)beweging – de Sudanese People's Liberation Movement (SPLM) – een grote rol speelt. Dit conflict wordt voortdurend verder gecompliceerd door (al dan niet tribale) lokale conflicten en de aanwezigheid van omvangrijke olievelden, voornamelijk in het gebied ten zuiden van de Noord-Zuid grenslijn van Soedan. Na vredesonderhandelingen tussen Noord en Zuid werd in 2002 het zogenaamde Machakos Protocol ondertekend; een principeakkoord over het recht op zelfbeschikking voor het Zuiden en over de scheiding van staat en religie. In 2003 en 2004 werd een aantal deelakkoorden gesloten op het gebied van militaire en veiligheidsaangelegenheden, de verdeling van de welvaart (in het bijzonder de inkomsten uit de oliewinning), de verdeling van de macht tussen Noord en Zuid en de positie van drie betwiste gebieden die geen deel uitmaken van het administratief-bestuurlijke Zuid-Soedan (te weten Nuba Mountains, Southern Blue Nile en Abyei). Uiteindelijk heeft dit geleid tot een alomvattend vredesakkoord, de CPA, dat op 9 januari 2005 werd ondertekend. De belangrijkste punten uit de CPA zijn:
- In 2009 worden nationale verkiezingen2 gehouden;
- De Sharia is niet van toepassing op Zuid-Soedan en op niet-moslims in het noorden;
- Zuid-Soedan krijgt tijdens de interim-periode van 6,5 jaar zelfbeschikkingsrecht, waarna
in 2011 een referendum wordt gehouden over onafhankelijkheid;
- De opbrengsten uit de oliewinning worden evenredig verdeeld tussen het Noorden en
Zuiden. Om het vredesproces te ondersteunen is op 24 maart 2005 de United Nation Mission in Sudan (UNMIS) gestart.
De implementatie van de CPA is een complex en tijdrovend proces en vordert langzaam. Waarnemers en politie (UNMO’s respectievelijk UNPOL’s) voeren hun taken ongewapend uit. Voor hun beveiliging is een beschermingsmacht ontplooid. De omvang, kwaliteit en professionaliteit van deze Force Protection-eenheden zijn toereikend om de vereiste bescherming te bieden aan het VN-personeel en om de opgedragen taken uit te voeren. De waarnemers en politie zijn volledig geïntegreerd in de sectorstructuur van de beschermingsmacht. De politiefunctionarissen kennen een afzonderlijke structuur onder leiding van de Police Commissioner, die deel uitmaakt van de staf van de Speciale Vertegenwoordiger van de VN. De UNMO’s voeren hun werkzaamheden uit in kleine teams waar ook vertegenwoordigers van de voormalige strijdende partijen deel van uitmaken. De UNMO’s richten zich op het in kaart brengen van de militaire situatie en integratie van de voormalige rebellen. Zij rapporteren hun waarnemingen aan de Force Commander. De UNPOL’s richten zich op capaciteitsuitbreiding en kwaliteitsverbetering van de lokale politie.
De Nederlandse bijdrage aan UNMIS bestond in 2008 aanvankelijk uit 15 militaire waarnemers en elf Marechaussees. Sinds begin 2007 maken ook vier civiele politiefunctionarissen deel uit van de Nederlandse (UNPOL) bijdrage. In het najaar van 2008 is vanwege bezuinigingen bij de VN het aantal Nederlandse waarnemers teruggebracht naar 12. Het kabinet heeft in het voorjaar van 2009 besloten de Nederlandse bijdrage aan deze missie te verlengen tot 13 april 2010. Alle deelnemende landen zijn evenredig gereduceerd in aantallen UNMO’s. De Nederlandse waarnemers en politiefunctionarissen (Marechaussee en politie) worden bij voorkeur en in overleg met de VN-autoriteiten ter plaatse in tweetallen ingezet. Nederland heeft voorts de deelname van vier officieren van de Joint Integrated Units (JIU) aan het Instituut Defensieleergangen gefinancierd.
De dagelijkse leefomstandigheden zijn zwaar als gevolg van het hete en vochtige klimaat, de
gezondheidsrisico’s en de vaak sobere huisvesting. Een uitzending van zes maanden eist onder deze omstandigheden veel van het uitgezonden personeel. De Nederlandse waarnemers en
politiefunctionarissen worden binnen de missie als zeer waardevol beschouwd voor wie het belangrijk is over diepgaande kennis van en inzicht in de situatie ter plekke te beschikken. Een kortere uitzendduur is daarom onacceptabel voor de VN en onwenselijk voor een goede taakuitvoering. 2 Recentelijk heeft de Soedanese nationale kiescommissie aangekondigd dat de verkiezingen niet in 2009 maar in februari 2010 zullen worden gehouden.
EVALUATIE.
Resultaat. De demilitarisatie van het grensgebied en de scheiding tussen het regeringsleger en de SPLA tussen Noord- en Zuid-Soedan is in 2008 grotendeels voltooid. De veiligheidstaken zijn formeel overgedragen aan de JIU en geïntegreerde politie-eenheden. Nochtans blijft de veiligheidssituatie precair, mede door de voor 2010 voorziene verkiezingen, het referendum inzake onafhankelijkheid in 2011, vertragingen in het Demobilization, Disarmament and Reintegration (DDR) proces en het door het Internationale Strafhof uitgevaardigde arrestatiebevel tegen President Bashir. In 2008 heeft een aantal kleinschalige maar gewapende incidenten plaatsgevonden. Deze incidenten hadden meestal een tribale oorzaak. Echter de “verplichte” samenwerking tussen het regeringsleger en SPLM in de JIU’s
heeft ook enige malen voor oplopende spanningen gezorgd in onder meer Abyei en Malakal.
Toekomst. Sinds 2009 levert Nederland, samen met het VK, een financiële bijdrage aan de JIUs voor basisvoorzieningen en –uitrusting. Nederland heeft voorts een financiële bijdrage aangekondigd voor de implementatie van de Demobilization, Disarmament and Reintegration strategie in de conflictgevoelige grensprovincies Blue Nile, Zuid-Kordofan en Abyei.
Conclusie. UNMIS draagt op succesvolle wijze bij aan de implementatie van het CPA. De komende twee jaar zijn cruciaal en vormen de lakmoesproef voor het CPA. In deze periode dienen de afbakening van de grenzen, de nationale verkiezingen en uiteindelijk het referendum in 2011 hun beslag te krijgen. Een voortgezette inzet van UNMIS is daarbij noodzakelijk. In de praktijk blijkt het goed gekwalificeerde Nederlandse personeel een zeer gewaardeerde, positieve invloed te hebben op het functioneren van de teams en de teamsites waarin zij werken.

Zo nu hoor je het ook eens van een ander! En geen plaatjes deze keer.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten